 | |
|
| SinterklaasgedichtSint en Piet zaten te bedenken,Dat pakjesavond er is voor geschenken. Straks wordt op de deur geklopt, En wordt Arjan met een surprise gefopt. Je bent dan wel acht jaar, Je verlangt nog steeds naar je rammelaar. Voor een kind dat soms ondeugend is, Zijn er geen dure geschenken, dat is een gemis. Eenmaal in de winkel was de keuze snel gemaakt, De Sint heeft toen een blije kreet geslaakt. Van dit cadeau dat je gaat uitpakken, Zul je het papier in een hoek smakken. Nog maar twee regels te gaan, En Arjan valt het pakje aan. Dus maak je cadeautje nu maar open, Dan kun je je mouwen alvast opstropen. Volgende gedicht: In het vroege voorjaar |